We hielden een FLUOprikactie in de lager school. Want ... wie wil nu niet gezien worden ... in het verkeer? Een onschuldige hand trok een klasnummer. Als deze leerling een fluohesje droeg, kreeg hij/zij een klein prijsje.
We hielden een FLUOprikactie in de lager school. Want ... wie wil nu niet gezien worden ... in het verkeer? Een onschuldige hand trok een klasnummer. Als deze leerling een fluohesje droeg, kreeg hij/zij een klein prijsje.