Deze doos op deze doos,
deze doos op deze doos,
deze doos op deze doos,
en zo maak ik een toren!
Met mijn jas en met mijn boekentas,
ga ik naar de Nijntjesklas.
Ik maak veel vriendjes, groot en klein.
Wil jij ook mijn vriendje zijn!
Hij komt, hij komt, die lieve goede Sint.
Wat brengt hij jou, wat brengt hij mij.
Wat brengt hij jou en mij.
Sinterklaas kapoentje,
leg wat in mijn schoentje, leg wat in mijn laarsje,
Dank u Sinterklaasje!
Rode vlekjes op mijn been,
op mijn buik en op mijn teen.
Op mijn neus en op mijn oor.
Heb je daar geen zalfje voor?
Twee oren om te horen, twee ogen om te zien.
Een mond om mee te praten en proeven bovendien.
Een neus om mee te ruiken en weet je wat nog meer...
Handen om mee te voelen zodat ik veel leer!
Een handje, een knipoog, een knuffel, een kus.
Dag Juf, dag vriendjes, hier ben ik dus!
We gingen vandaag wandelen in het bos.
We vonden kaboutertjes en paddenstoelen.
Wat hebben we genoten!
Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen.
Zat kabouter pinnemuts heen en weer te wippen.
"KRAK" zei de paddenstoel met een diepe zucht.
Allebei de beentjes vlogen in de lucht.
